Onderbouwing:
-verkeerstechnisch:
Door het verplaatsen van het verkeer van de Weerdjesstraat naar de Oeverstraat
wordt niet alleen het oorspronkelijke herbouwplan eindelijk afgemaakt
(stadsplan 1955: doorbraak Oeverstraat) maar wordt tevens de hele infrastruktuur
in het zuidelijk deel van de binnenstad versimpeld. Het gebied wordt
zo daadwerkelijk "bevrijd" van de doorsnijdende weg en kan
eindelijk als zelfstandige "wijk" van Arnhem worden ontwikkeld.
De afwikkeling van het verkeer zowel bij de Mandelabrug als bij de rotonde
bij de John Frostbrug wordt eenvoudiger.
Het verkeer volgt de kortste route, de "logische route", van
Onderlangs naar het Airborneplein.
Het verkeer volgt de "zakelijke" route langs het Kerkplein
en de overheidsgebouwen. Het stadscentrum wordt zo beter bereikbaar
en ontsloten.
Bij het gemeentelijke verkeersplan "de omsingeling doorbroken",
waarbij al het verkeer links om het centrum wordt geleid (zodat de binnensingels
vrij van verkeer komen), heeft slechts een lichte toename van verkeer
voor de zuidelijke binnenstad tot gevolg. Het meeste (=doorgaande) verkeer
zal immers de Mandelebrug kiezen om de rivier over te steken en naar
het zuiden te gaan.
-waterstaatkundig:
In het kader van "Ruimte voor de rivier" is er alleen waterbergingsruimte
bijgekomen.
De nieuwe "oude haven" komt exact op de plek waar nu de blauwe
golven zijn. Deze haven gaat met de stand van de rivier mee. Omdat de
haven tegen de heuvel van het Coehoorngebied ligt is hier geen overstromingsgevaar.
Aan de kant van Weerdjes moet wel een waterkering aangebracht worden
van +/- 1m. Hier is echter ruimschoots plek voor.
De sluis zorgt voor een vast waterpeil in de Weerdjessingel. Er is dus
geen overstromingsgevaar in de Weerdjes of het stadscentrum. Wel wordt
de mogelijkheid geschapen de Jansbeek op de Weerdjessingel aan te sluiten
zodat het water in de singel steeds ververst wordt. Het water kan weg
via de sluis naar de haven.
Door het vaste waterpeil in de singel wordt de mogelijkheid geschapen
terrassen, aanlegsteigers ed direkt aan de woningen te koppelen.
Bij het provinciehuis wordt alleen extra ruimte voor de rivier geschapen.
Met hoog water zal het water langzaam de trap voor het provinciehuis
oplopen.
-programmatisch:
In het plan wordt als basis uitgegaan van stadswoningen in blokken.
Om een binnenstedelijke fijnmazigheid te bereiken zouden ze ontwikkeld
moeten worden a la bijv. het Java-eiland in Amsterdam: een blok wordt
opgedeeld in smalle kavels. Alleen de rooilijn en de bebouwingshoogte
staan vast. Iedere kavel kan door een andere architect/ontwikkelaar-
/partikulier gebouwd worden.
Het programma voor het Rijnboog is voortdurend aan verandering onderhevig.
Het ziet er naar uit dat het Gemeentemuseum en de dependance van het
Kröller-Müller niet in het plan komen. Ook de bibliotheek
is onzeker. Door een plan te maken met bouwblokken is er geen afhankelijkheid
van een specifieke funktie. Een blok kan net zo goed een kantoorfunktie,
een parkeerfunktie en/of een woonfunktie herbergen. Ook wordt de mogelijkheid
geschapen van funktie te wisselen, wat steeds noodzakelijker wordt gezien
de wisselende kantorenmarkt..
-financieel:
Bij het plan voor het Paradijs van Sjoerd Soeters zou een gigantische
bouwmassa nodig zijn met 12 woontorens om het plan financieel haalbaar
te maken. Bij het plan van Sola de Morales is op dezelfde plek niets
meer van die massa te vinden. Wel verschijnen er om dezelfde reden een
grote hoeveelheid woontorens aan de Boterdijk Na discussies in de klankbordgroep
wordt echter aangegeven dat minder torens ook mogelijk is omdat "elders"
ook ruimte gevonden kan worden. Blijkbaar liggen de grenzen niet zo
vast.
In het hier voorgestelde plan zijn enkele, vooral waterbouwkundige,
ingrepen die geld kosten: de aanleg van de oude haven, de sluis, de
Weerdjessingel en de insteekhaven bij het provinciehuis. Er zijn echter
ook besparingen t.o.v. de andere plannen: Een simpeler dus goedkopere
infrastructuur, de Mandelabrug kan praktisch geheel intact blijven,
de brug in de Weerdjesstraat over de haven van Morales (inclusief gecompliceerde
op- en afritten) is vervangen door enkele simpele voetgangersbruggen
over de Weerdjessingel.
Er zijn ook extra inkomsten: een aantal woningen aan de Weerdjessingel
kunnen door de ligging aan het water in een hogere prijsklasse verkocht
worden. De extra waterberging kan als wisselgeld dienen voor uitgravingen
die elders nu niet nodig zijn.
Tenslotte: doordat het plan gebaseerd is op de geschiedenis van de plek
heeft het een vanzelfsprekendheid die, gewoon door het ontbreken van
geforceerde en dus dure oplossingen, wel voordelig moet zijn.
Heeft u opmerkingen of een reaktie?
E-mail:
S.Gerritsen@hccnet.nl